Spring naar hoofd-inhoud

Klok nekt Klek

Max Merbis | |   Haarlemse Meesters 2017 |   0 reacties

Klein drama in de zevende ronde. Vijftig goede zetten doen, net mat in dertien gemist (hoe wreed is niet de brute force van het rekenmonster), toch nog straal gewonnen staan, en dan door de vlag gaan, in een ingewikkeld eindspel. Weg normkansen.

Thomas Willemze-Hanna Marie Klek (foto: Frits Agterdenbos)

Het zal je maar overkomen. Het overkwam Hanna Marie Klek tegen Thomas Willemze, die eigenlijk voortdurend achter de feiten aanliep. Hij weigerde namelijk in het Vierpaardenspel, zijn vroegere lijfopening, het bekende pionoffer aan te nemen (6. Pxe5). Op zich niet onverstandig, want zwart krijgt er tempi en initiatief voor terug. Nu kreeg zwart het halve centrum en mocht, ook gunstig voor haar, een stel paarden ruilen. Met vaste hand breidde zwart het voordeel zet voor zet uit, tot de fatale 54e zet.

Jaap de Jager liet het zover niet komen, zijn tijdsmanagement was weer prima. Ook hier werden de principiële keuzen in de opening vermeden. Rosa Ratsma, achter de zwarte stukken, speelde a6 en c5 in het Koning-Indisch fianchetto en dan doe je meestal om een ideetje van GM Gallagher toe te passen, dat als volgt gaat:


 
De Gallagherstelling na 12.b3

Nu creëert zwart tegenspel met 12 …c5 13. Pde2 b5 14. Dxd6 b4 15. Pa4 Pxe4 en wit moet heel precies weten wat hij moet doen. Maar Rosa speelde c5 te vroeg, liet b5 achterwege, en kreeg helemaal geen tegenspel, en erger nog, zelfs geen vat op wits spel. Jaap zette druk door een mooi centrum neer te zetten tegen de inmiddels verzwakte koningsstelling. Daarna ging het hard.

De overige partijen eindigden in remise. Babak Tondivar bereikte weinig tot niets tegen Filip Boe Olsen, die precies bleek te weten (6...Ld7, 7....Dc8: onthoud deze opstelling!) hoe je de standaard Réti kunt ontmantelen. Grappig is nog wel dat onlangs Grischuk ook deze opening speelde en het nieuwtje 8. Dd3 introduceerde. Dat moet je niet alleen weten, maar, en dat lijkt me een stuk lastiger, ook de subtiliteit van kunnen doorgronden. Babak rokeerde gewoon, en binnen 20 zetten was het handenschudden.

Michiel Bosman en Albert Blees hadden vijf zetten meer nodig voor dat resultaat. Zwart speelde een mix van klassiek Hollands en Leningrad, wat in Engelse wandelgangen wel de kerstboomvariant heet. Net toen het leek dat wit een miniem plusje had na 24...Pg4, speelde hij het vlakke 25. Pe3 waarna tot remise werd besloten, in inderdaad gelijke stelling.

In de partij tussen Toivo Keinanen en Zoya Schleining was er geen gebrek aan strijd. De partij duurde maar liefst 123 zetten, maar de remise tekende zich na 35 zetten al af. Het gebeurt niet vaak dat op dit niveau een toreneindspel met 2 tegen 3 pionnen op een vleugel wordt gewonnen. Toivo probeerde het een kleine honderd zetten, maar kwam er niet doorheen.

In Open A mocht René Duchêne proberen te stunten tegen Manuel Bosboom. De opening en het vroege middelspel was duidelijk voor de IM, die op de damevleugel een pion won, waarmee hij een vrijpion creëerde die zomaar dreigde door te lopen. René moest dus wat doen, hij offerde een stuk op de andere vleugel; logisch want daar stonden zijn stukken toch al, maar helaas niet zo gelukkig gepositioneerd. Manuel nam het offer niet aan, waarna wit nog een pion won.
En toen stond het zo:

Stelling na 34...Kf8

Hier speelde René 35. Dh7 (na 35...b3 is f7 ongedekt), waarna Manuel een verdediger erbij haalt: 35...Pc6. Wit haalt er ook stuk bij 36. Lf4. Nu kan hij in sommige varianten op f7 slaan en Lh6 spelen. Maar hij krijgt geen tijd: 36...e5, en nu vond René niets beter dan 37. dxe5 dxe5. 38. Lg3. Dat kan allemaal nog. Maar na 38...Pe7 besloot hij tot 39. Ld1? (om h5 en h6 te kunnen spelen; 39. Dd3 is veel beter), maar na 39...b3 40. h5 De1+ 41. Kh2 Dxd1 is h6 geen optie vanwege het schaak op h5, waardoor wit kon opgeven.

Manuel vond het een spannende stelling, en zag net als René geen beslissende winst, en de toegesnelde fanclub van René zag het evenmin. In de analyse werd het betere gooi- en smijtwerk niet geschuwd, en was de (terechte) conclusie dat wit goede kansen behoudt - zo niet gewonnen staat - na het door Manuel voorgestelde 35. Kh2 (met het idee om op 35... b3 mat te dreigen met De4). Ook het door Bart voorgestelde 35.d5!? (met het idee 35...Dxd5 36.Lxf7 en 35...Lxd5 36.Df5) kon ter plekke niet gekraakt worden, al heeft wit nog een flinke kluif na 35...Lxd5 36.Df5 Da2 37.Dd7 Lh6!?.

Van de computer hoeft het allemaal niet zo ingewikkeld: wreed als altijd maakt deze gewoon gehakt van de zwarte stelling, maar eenvoudig is het niet.  35. Lf4 Ld5 (35...b3 is helemaal niks na weer 36. De4) 36. Df5 Da2 37. Dd7 Lf6 38. Ph7+ met winst is de hoofdvariant.

Manuel staat nu een halfje los van een achtervolger, Esper van Baar, maar de twee moeten nog tegen elkaar. Misschien in de slotronde.

In de Open B gaf Jonathan de Kleuver zijn eerste remise af en behoudt zijn halfje voorsprong. Maar hij heeft zijn naaste belager al gehad. Zoals zo vaak, maakt het slotweekend alles duidelijk.